Thailand 2.0: luxepoezen on tour
- Jill Witteman
- Nov 4, 2017
- 6 min read
We hebben een naam! Eigenlijk weten we sinds we aan het reizen zijn al dat we geen échte backpackers zijn. (Vieze) dorms zijn niet aan ons besteed, we zoeken niet wanhopig naar ‘off the beaten track’ ervaringen (zodat je vervolgens kunt zeggen dat je eigenlijk alleen maar ‘off the beaten track’ gaat want dat is cool) en we doen er niet alles aan om maar zo goedkoop mogelijk dingen gedaan te krijgen.
In plaats daarvan betalen we graag iets meer voor wat luxe en comfort. Dit geld(t) ook voor ons transport. Hoewel over land reizen bijna altijd goedkoper is, hebben we al vaker dan gedacht het vliegtuig gepakt. Scheelt vaak uuuuuren reizen en is veelal niet eens zo heel veel duurder. Goed, dit laatste argument is een leugen, een te groot deel van ons budget is reeds opgebrand door kerosine en luchthaventax. Let’s not talk about that.
Ook ons vertrek uit Laos hebben we niet met de geplande horrorbusreis gedaan (22 uur naar Chiang Mai). Zodra de uitspraak
“misschien kunnen we ook vliegen” viel, was er eigenlijk geen weg meer terug. Dus namen wij de de bus linea recta de Thaise grens over om daar in een klein propellor vliegtuigje, beschilderd als een vogel, te stappen en in een uurtje naar Chiang Mai te vliegen. Comfortlevel: maximaal. Blijheidsniveau Tom en Jill: meer dan maximaal.
Chiang Mai is zo’n plek waar iedere reiziger wel geweest en enthousiast over is. Het is de tweede grote stad van Thailand maar voelt nog vrij ontspannen. Vooral de (deels) ommuurde oude stad is hot, eromheen is weinig te beleven (in de stad dan, de natuur is top). Verder strijken hier veel verlichte (lees: ongezonde) hippies neer die nooit meer weg gaan. Wij zagen vooral veel amerikanen met geluksamuletten om. Daarnaast is het de gateway naar andere plaatsen, waardoor we er uiteindelijk drie keer geweest zijn. Met name de eerste keer was nice. We hobbelden wat door de oude stad, dronken super gezonde smoothies en reden op een scooter de bergen in. Maar natuurlijk niet voordat we een onderonsje hadden met oom agent. Je kunt nog zo hard met je internationale rijbewijs zwaaien, als je niet de juiste stempel hebt (motorrijbewijs) dan ben je de lul. De scooters hier in Azie zijn een stuk zwaarder dan in Nederland en dus mag je er eigenlijk niet zomaar op rijden (als toerist, de Thai krijgen het rijbewijs bij een pak wasmiddel). Om eerlijk te zijn, die dingen gaan ook af en toe 120 km/u. En elke toerist toert er lekker op rond in een korte broek en vaak zonder helm, in het aziatische chaos verkeer en op aziatische wegen-met-gaten. Accidents waiting to happen. Wij dragen wel altijd een helm maar verder zijn we niet veel beter. Het zou dus ook logisch zijn dat als je gepakt wordt door de politie, je af mag stappen en je scooter moet inleveren. Maar we zijn in Azie. Dus betaal je een boete / vrijbrief van 500 baht (12,50 euro) en mag je de komende drie dagen zonder problemen de motormuis uithangen. Goed geregeld!
Vanuit CM gingen we verder naar Pai. Ook weer een plaats waar iedereen lyrisch over is (en terecht!). Via de bergen, in een minivan, 762 bochten omhoog en omlaag. Tom mocht niet meer tegen me praten omdat ik bang was m’n mond te openen en de hele wereld onder te braken. Niet gebeurd uiteindelijk.
Pai is fantastisch. Zo fantastisch dat we niet weg wilden en dat dus ook niet deden. Dagenlang zaten we op een scooter om de omgeving te verkennen, van hotsprings tot de Pai canyon tot enorme buddhabeelden en rijstvelden. We reden zonder ongelukken de noord Thaise wegen af. Tot we besloten naar een viewpoint te gaan. Steile modderwegen omhoog zorgden er meer dan eens voor dat ik maar ging lopen, terwijl Tom halve wheelies maakte om maar omhoog te komen. ‘Zo ver kan het niet zijn’ maar dat was het dus wel. Met het (angst)zweet op mijn hele lichaam kwamen we uiteindelijk uit bij een punt waar aangegeven werd dat je verder moest lopen, een half uur. Dat uitzichtspunt kon me toen echt gestolen worden dus we keerden weer om. Dezelfde weg naar beneden bleek nog nét zo kut te zijn. Blerend zat ik achterop “ik doe dit nooit meer” terwijl Tom naar beneden ploegde met een niet werkende voorrem. Best een beetje ‘off the beaten track’, toch? De eigenaar van ons hostel wist later mede te delen dat dat pad ook eigenlijk voor cross motoren bedoelt was. Hierna waren we beiden van mening dat we alles op een scooter aankonden. Dus toen we Pai uiteindelijk toch verlieten, was dat op een scooter die we in Chiang Mai weer in zouden leveren. De kotsweg was ineens veranderd in een prachtige bergweg die we vol bewondering afgereden hebben. Weer een reis hoogtepuntje hoor.
Zoals ik net al aangaf, zoeken we altijd naar een schone en chille prive slaapplek. Het argument ‘je slaapt er toch alleen maar dus boeiend’ komt bij ons niet aan. Na alle indrukken die we elke dag opdoen is het gewoon moeilijk lekker om even te relaxen op je mooie kamer inclusief douche mét waterdruk. Daar geven we dan ook graag een paar extra dollars, dongs of baht aan uit. Maar dat is niet altijd garantie voor een lekker bed.
Gelukkig hebben we kakkerlakken-in-brakke-hutjes incidenten zoals in Halong Bay tot dusver weten te voorkomen. Maar Het verschil in accommodatie in Azie is af en toe verbazingwekkend.. Zo verbleven we in Pai in een super deluxe kamer, ingericht in een soort 2020 meets 1001 nachten stijl. Schoon, groot, schattig balkonnetje. De kosten? 600 baht per nacht (15 euries). We verlengden ons verblijf dan ook 3 keer. Terug in Chiang Mai kwamen we vervolgens terecht in een andere categorie. De categorie van geen raam, schimmel op het plafond en mieren in ons bed (daar ben ik overigens wel redelijk aan gewend, gebeurt vaker). Ik voelde non stop de behoefte om mn gezicht te scrubben om alle viezigheid uit mijn porien te krijgen. De financiele schade hier (over de psychologische zal ik het niet hebben): 11,60 euro per nacht. Oja, laatstgenoemde hok kreeg een hogere waardering op Booking.com dan ons sprookjespaleis. Dus wat we inmiddels geleerd hebben:
- kamers zonder ramen zijn het niet waard om je geld op te besparen; los van geen daglicht zorgt het gebrek aan ventilatie voor een goede leefomgeving van groene organismen die je liever niet in je slaapkamer hebt.
- Chinese eigenaar? Absolute no go. Chinezen zijn niet zo van het onderhoud blijkbaar (wel van super deluxe foto’s online plaatsen). Oja en ze kunnen vaak geen engels, dus als je er wat van wilt zeggen is het een waste of your time
- Wegens bovengenoemde onderhoudsredenen: als de recensies niet uit 2017 zijn, is het hoge cijfer niet waar!
Zie, zo leren Tom en ik toch nog vanalles tijdens deze reis.
Off the beaten track is vast heel uniek en bijzonder maar er is een reden dat bepaalde plekken bekend zijn. Ze zijn namelijk fucking mooi, leuk en/of interessant. We vinden het dan ook niet echt een probleem om die mooie ervaring te delen met meerdere reizigers. Hoe meer zielen hoe meer vreugd toch (tenzij die zielen Chinezen zijn, die mogen in hun eigen land blijven)? En ons off the beaten track avontuur in Pai was ook niet echt een daverend succes. Daarom slenterden we lekker over de night markets in chiang mai en Pai en stonden we samen met duizenden andere toeristen de witte en blauwe tempel in Chiang Rai te bewonderen. Overigens de mooiste tempels tot nu toe.
Vanuit Chiang Rai gingen we terug naar Chiang Mai en pakten de trein richting Bangkok. Met een tussenstop van een dag in Ayutthaya, waar het Thaise rijk ontstaan is (en dus honderdduizend mooie tempels staan). 10 uur in een Thaise trein klinkt wellicht niet zo tof maar dat was het wel. Prachtige uitzichten over bergen, velden en dorpjes in prima luxe stoelen met koekjes inclusief. Iets minder luxe was de trein van Ayutthaya naar Bangkok. Drie uur op krappe bankjes tussen de locals en hun bagage het landschap en de wijken van Bangkok aan je voorbij zien gaan. Een hele toffe ervaring voor slechts 25 cent! De trein in Thailand is top!
Aangekomen in Bangkok deden we drie dagen alsof we expats waren. In een van de duurdere wijken van de stad boekten we een Air Bnb appartement met zwembad om daar vervolgens maar twee keer in te zwemmen. De rest van de tijd vermaakten we ons in de skytrain en shoppingmalls (eindelijk weer normale kleren ipv al die toeristenmeuk). Even helemaal niks en veel luxe om ons heen totdat we het vliegtuig naar Myanmar zouden pakken.
Wat onze naam dan is? Flashpackers! Of gewoon Tom en Jill. Maar ook dat is niet zeker want we zijn natuurlijk wel hartstikke op zoek naar onszelf.
Pics or it didn’t happen
Big bird zou ons wel even naar Chiang Mai vliegen

Chiang Mai Monklife

Local wildlife

#lotd

Pai!

Mezelf vinden was niet zo moeilijk

Blauwe tempel @ Chiang Rai


Big lady buddha @ Chiang Rai

Witte tempel @ Chiang Rai


Life of Pai!

Pai canyon

Tom vond zijn soulmate

Ayutthaya


Ons zwembadje in Bangkok

Comments